maandag 12 april 2010
De ringen, tussen oefening
Bekijk een aantal keer dit fragment om de onderstaande fases te herkennen. Natuurlijk ga je de fases beter uitoefenen als je de oefening vaker doet. Deze oefening is om je oriƫntatievermogen te vergroten.
Vanuit de vouwhang steek je achter je benen in de de lucht.
Fase 1: achter op het dode punt naar je tenen kijken (voeten in het touw haken)
Fase 2: je bent overstrekt en kijkt naar de mat (normaal gesproken doe jij je kin op je borst met een salto)
Fase 3: (vlak voor het dode punt) voeten los van de touwen
Fase 4: (op het dode punt) handen los
Fase 5: recht op landen
Ben jij de lesgever? (Ringen hangen op hoofd hoogte. Begin uit stand en bouw dit RUSTIG op zodat zowel de leer leerling als de vangers kunnen wennen) Vangen doe je bij de boven arm.
Problemen die je tegen komt:
1: Het lukt even niet om in de omgekeerde hang te komen.
FOUTE AANWIJZING: Je moet je strekken.
JUISTE AANWIJZING: Kijk naar je voeten om die in de touwen te haken, span je lichaam (benen en billen)
2: Te weinig rotatie.
FOUTE AANWIJZING: Je moet sneller draaien
JUISTE AANWIJZING: Kijk naar de grond in de omgekeerde hang. Het moment van je voeten loslaten klopt niet, dit moet gebeuren voordat jij je handen los laat.
3. De landingsplaats is ver.
FOUTE AANWIJZING: Je moet eerder landen
JUISTE AANWIJZING: Op het dode punt loslaten
(ga weer even terug naar een lage zwaai om het gevoel terug te krijgen.)
DEZE AANWIJZINGEN KUN JIJ GEVEN ALS JE HET PROBLEEM ZIET. OBSERVEER EEN BEWEGING EN GEEF DE BIJPASSENDE AANWIJZING!!